Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7

[Gerrit Groenewegen]

GROENEWEGEN (Gerrit) werd te Rotterdam den 16^den October 1754 geboren en tot het scheepstimmeren, het bedrijf zijns vaders, opgeleid. Een ongeluk bragt hem tot de schilderkunst, want over eene pas nedergelatene en nog niet geheel geslotene valbrug te spoedig willende loopen, werd zijn regter voet daar tusschen gekneld, waarvan de gevolgen zoo ongelukkig waren, dat het been hem onder de knie moest afgezet worden. Voor scheepstimmerman nu ongeschikt geworden, vatte hij de teekenpen op, en eigenaardig viel zijn smaak op het afbeelden van allerlei schepen en vaartuigen. Nicolaas Muis was zijn onderwijzer in de kunst, doch hij legde zich meer op de teeken- en etskunst dan op het vervaardigen van schilderijen toe, waardoor er weinige van hem bekend zijn.

[p. 426]

Hij is te Rotterdam, in het Proveniershuis, de 7^den Augustus 1826 overleden.

Groenewegen was een verdienstelijk kunstenaar. Vele zijner teekeningen worden in particuliere verzamelingen bewaard. Hij etste verscheidene werkjes, schepen en watergezigten voorstellende. Op de verkooping van van der Pot te Rotterdam werd van hem eene schilderij verkocht voorstellende: de Leuvenhaven te Rotterdam, van de vischmarkt af te zien. Hij vervaardigde ook Hollandsche kleederdragten, als figuren, in landschappen geplaatst, in 12 bladen in 4^o. De zeeslag tusschen de Bataafsche en Engelsche Vloot (1797) is door hem geteekend en door R. Vinkeles gegraveerd.

Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk. D. III. bl. 64-67; Algem. Konst- en Letterb. 1826. D. II. bl. 130; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.