Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7

[Henricus Groenewegen]

GROENEWEGEN (Henricus) werd in 1667 predikant te Lier, in 1671 te Delfshaven, in 1679 te Enkhuizen, waar hij den 15^den Julij 1692 overleed. Zijn afbeelding ziet het licht.

Groenewegen was een getrouw aanhanger van Coccejus, en zijne volgelingen werden daarom groene Coccejanen genoemd. Hij was een zeer ijverig leeraar en vruchtbaar schrijver, blijkens zijne werken, wier titels zijn:

Over het hooglied Salomons en de verlossinge Israëls uyt Zion, Delft, 1670. 4^o; Amst. 1692. 4^o.

[p. 425]

Over de openbaring van Johannes, Amst. 1677, 1682. 4^o, 2 deelen; Amst. 1696. 4^o.

Mond der Opperste Wijsheid, Amst. 1678 4^o.

Over den Brief aan de Romeinen, Gorinch. 1681. 4^o, 2 deelen.

Geestelijke krijgsman over Ephes. 6. v. 10-17, Enkh. 1682. 8^o.

Keten der Prophetische Godgeleerdheid, Enkh. 1682. 4^o; Amst. 1703. 4^o.

Over de Psalmen, Enkh. 1687. 4^o. 2 deelen.

Over eenige Capittelen van 't Evangelium van Mattheus, 13. 20, 22, 24 en 25, Amst. 1688. 4^o.

Over de Parabolen, Fran. 1692. 4^o.

Leere der Geesten 1692. 4^o.

Over den Brief aan de Hebreën, Amst. 1693. 4^o; Leid. 1703. 4^o.

Schatkamer der Zinnebeelden en voorbeelden, 's Hage 1695. 4^o; Amst. 1699 4^o.

Over de Catechismus, Leid. 1698. 4^o. Rott. 1726. 4^o.

Kleine Catechisatie ofte Oeffeninge, 3^de druk Amst. 1712. 12^o.

Bekeering der Jooden. 8^o.

Hemelsche Bruiloft. 4^o.

Uitbreiding van Christi Koningryk, 8^o.

De heerlijkheid van Christus Koninkryk. 8^o.

Keten der Bijbelsche Godgeleerdheid, 12^o.

Onderwijs in de gronden van de Christelijke jeugt. 12^o.

Afscheid van Delftshaven, 12^o.

Over de vijf boeken Moses. 4^o.

Van de laatste werken zijn ons de plaats en tijd van uitgave niet bekend.

Zie Soermans, Kerk. Reg. bl. 40, 41; Bussingh, tweede Eeuwgetijde van de Herv. godsd. te Delftshaven, Bijl. bl. 19; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. III; de Paauw, Vernieuwt Kerk. Alphabeth, bl. 80; Ypeij en Dermout, Geschied. der Ned. Herv. Kerk, D. II. bl. 521, 523, 527, Aant. bl. 347; Glasius, Godgel. Nederl. en D. III. bl. 660; Muller, Cat. van godgel. werk. bl. 128; Dezelfde, Cat. van Portrett.