[Joannes Grashuis]
GRASHUIS (Joannes), geboren in den jare 1699 te Groningen, studeerde waarschijnlijk eerst aldaar in de geneeskunde en vervolgens te Leiden, waar hij den 9den September 1721 als student werd ingeschreven, en waar hij den 25sten Junij 1722 tot Doctor bevorderd werd, op eene dissertatie de phlebotome. Hij zette zich waarschijnlijk te Amsterdam als geneesheer neder, alwaar hij althans van 1741 tot 1755 de hier onder volgende geneeskundige geschriften in het licht zond. De tijd van zijn overlijden is onbekend.
De scirrho et carcinomate, Amst. 1741. 8o. In het Hollansch vertaald en onder den volgenden titel uitgegeven:
Genees- en heelkundige verhandeling van de Scurrus en Cancer enz. waar by komt een waarneming van de Spina Bifida, benevens eenige bedenkingen over de oorzaak van dat gebrek en andere tegennatuurlijke gesteldheden, waar mede de kinderen ter waereld komen, Amst. 1744. 8o.
Verhandeling van de Etterwording, welke met den prijs door de Koninklijke Academie der heelkonst te Parijs, voor het jaar 1746 voorgesteldt, beschonken is. Amst. (1746) 8o.
De colica Pictonum, Amst. 1752. 8o. met een appendix vermeerderd, Amst. 1755. 8o.
Zie van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek, D. I. St. III; uit bijzonderen berigten aangevuld.