vertrek bleef hij zijne aanzienlijke betrekkingen aan het Hof der Keizerin bekleeden, tot dat hevige jichtpijnen ook hem deden besluiten de terugreize naar het vaderland aan te nemen. In Augustus 1761 betrad hij weder den Nederlandschen grond, en zette zich te Wijk bij Duurstede neder. Zijn verblijf aldaar was evenwel van korten duur; weldra aanvaardde hij een tweeden togt naar Rusland, waarvan hij in 1764 terugkwam. Nu vestigde hij zich andermaal te Wijk bij Duurstede, doch verhuisde in 1778 naar Zutphen, waar hij zijn roemvol en verdienstelijk leven op den 3den April 1783 eindigde. In het begin van 1788 bood zijne weduwe, Maria Elizabeth Schulz, naar den wensch van haren echtgenoot, een Herbarius siccus ten geschenke aan de Hoogeschool aan, waarin omtrent 2000 planten voorkwamen, voor welk geschenk Curatoren der Hoogeschool hunne erkentelijkheid betuigden met een aanzienlijk stuk zilvers, ten bedrage van 100 dukatons.
De afbeelding van David de Gorter ziet ook het licht. Hij schreef:
Materia medica, exhibens virium medicamentorum simplicium catalogus, in tres libros divisa, Amst. 1740. 4o. (Door sommigen verkeerdelijk het werk van den vader genoemd).
Flora Gelro-Zutphanica, Hard. 1745. 8o; herd. vermeerderd ald. 1757. 8o.
Orationes duae inaugurales de primo Aphorismo Hippocratis, (Tijd en plaats van uitgave onbekend).
Flora Ingrica, Petrop. 1761. 8o.
Oratio funebris in obitum Gulielmi IV. Hard. 1752. 4o.
Flora Belgica, Traj. ad Rhen. 1767. 8o. met twee Supplementen, in 1768 en 1771 ald. verschenen, vermeerderd.
Waarnemingen over de luchtsgesteldheid te Petersburg in 1761 en 1762; in de Verh. van de Holl. Maatsch. te Haarl. D. VI. st. 2. bl. 61, 69.
Mededeeling over Jerem. XVII. 6 en XLVIII. 6; in dezelfde Verh. D. XV.
Beschrijving van een bloem-horologie, in de Verh. van het Bat. Gen. der proefonderv. wijsbeg. te Rott. 1776. D. I.
Flora VII Provinciarum Belgii Foederati indigena, Harl. 1781. 8o; Traject. ad Rhen. 1814. 8o.
Leer der Plantkunde, Amst. 1782. 8o. 1ste deel.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1743. a. bl. 697, 1744, b. bl. 91, 1745. a. bl. 716, 1746. a. bl. 720, b. bl. 106; Aanh. op het Woordenb. van Nieuwenhuis, artik. Joh. de Gorter; Collot d' Escury, Holl. roem, D. VII. bl. 336, 337; Bouman, Geschied. der Geld. Hoogesch. D. I. bl. 336, D. II. bl. 109, 153, 183, 225, 238, 606; Muller, Cat. van Portrett. bl. 97, 396, alwaar zijn sterfjaar verkeerdelijk in 1781 gesteld wordt.