[Izaäk Jan Werner Gobius]
GOBIUS (Izaäk Jan Werner), jonger, en niet volgens, de Jonge, ouder broeder van den voorgaande, werd omstreeks 1761 op het kasteel te Montfoort geboren. Voor de zeedienst opgeleid, doorliep hij alle rangen tot aan zijne bevordering tot Kapitein. Als zoodanig vertrok hij in 1789 onder den Kapitein Staringh naar Oost-Indië, het bevel voerende over den brik de Merkuur van 16 stukken. Op het laatst van dat jaar te Batavia aangekomen, vertrokken de oorlogschepen naar Makassar, waar zij aangekomen zijnde, de bevelhebber aan Gobius en aan den Kapitein Hartman, bevelvoerende op de Bellona van 16 stukken, last gaf de reis voort te zetten tot Ternate, ten einde eenige bezittingen der Compagnie te bezoeken.
Tegen het einde van Februarij des jaars 1791 werden beide schepen uitgezonden van Samarang naar Banda, om eenen opstand te dempen. De Bellona werd thans gevoerd door den Luitenant J.W. van Hamel, zijnde de Kapitein Hartman inmiddels overleden. De Kapitein Gobius had het opperbevel over de expeditie, en het was op dezen togt dat hij, in een gevecht tegen de opstandelingen op het eiland Goram in Mei van genoemd jaar eene zeer gevaarlijke wonde in het regter dijbeen bekwam, waaraan hij op den terugtogt van het eskader naar Banda overleed. Zijn lijk werd daar, met al de aan zijnen rang verschuldigde eerbewijzen, ter aarde besteld, terwijl het vaderland in het algemeen, en de zeemagt van den staat in het bijzonder, in hem een kundig en wakker officier verloor.
Zie de Jonge Geschied. van het Ned. Zeewez. D. VI. St. I. bl. 256-258, 261-265 uit familieberigten aangevuld.