[Jan Gerbrantszoon]
GERBRANTSZOON (Jan), ook, naar zijne geboorteplaats, Jan van Leyden genaamd, was prior van het karmelieten klooster te Haarlen, waar hij in 1504 overleed. Hij schreef:
Historia sui ordinis, libri X.
Collationes Sanctorum.
De Festis Dei-parae et de Doloribus ejusdem.
Sermones de Tempore et Sanctis.
Tijd en plaats van uitgave dezer geschriften zijn niet bekend. Jegens de geschiedenis maakte Gerbrantszoon zich verdienstelijk, door het schrijven der volgende werken:
Chronicon Comitum Hollandiae et Episcoporum Ultrajectensium; door Franciscus Sweertius uitgegeven onder den titel van:
Rerum Belgicarum scriptores, Francof. 1620 fol.
Chronicon Egmundanum seu Annales Regalium Abbatum Egmundensium, (uitgegeven door A. Matthaeus) Lugd. Bat. 1692. 4o. In het Hollandsch vertaald door K. van Herk en G. Kempher. Alkm. 1732. 4o.
Kronyk der Heeren van Brederode, in de Analecta van A. Matthaeus T. I. p. 2 pag 587-740. 1698. 4o.
Behalve deze werken schreef Gerbrantszoon nog twee andere onuitgegevene over de geschiedenis, een waarvan het handschrift voorhanden is op de K.K. Universiteits Bibliotheek te Praag.
Zie Foppens, Bibl. Belg. p. 645, 646; de Wind, Bibl. van Ned. Geschiedschr. D. I. bl. 98-104, Kron. van het Hist. Gen. te Utr. D. VII. bl. 341, 342; De Navorscher, D. IV. bl. 37.