[Cornelis van Gent]
GENT (Cornelis van), Heer van Loenen en Meinerswijk, Burggraaf van Nijmegen, welligt een zoon van Barthold van Gent voornoemd, was in vele gewestelijke en staats ambten werkzaam, en bekleedde ook de waardigheid van buitengewoon Raad in het Hof van Gelderland. Hij stelde een groot belang in 's lands welzijn, en had zich reeds verdienstelijk gemaakt door aan Oldenbarnevelt berigten te zenden van den toestand des vijands in Gelderland, toen hij, bij de eerste onderhandeling over den vrede met Spanje in 1608, tot onderhandelaar werd gekozen. Ook het tractaat van waarborg met Engeland en Frankrijk had hij in dat jaar geteekend.
Later was hij tegenwoordig bij het sluiten van het verdrag der verdeeling van de nalatenschap van Prins Willem I, en bleef hij onafgebroken tot welzijn van het land werkzaam, tot aan zijnen dood, die in Februarij 1614 plaats had. Hij werd in 1607 door de Staten van Gelderland met Joost van Gysen en Engelbert Engelen gecommitteerd om van de weduwe van Paulus Merula te vorderen alle stukken, papieren en geschriften, die aan haren man, voor het schrijven van de geschiedenis van Gelderland, vroeger waren afgestaan.
De afbeelding van Cornelis van Gent ziet het licht. Hij was gehuwd, eerst aan Christina Pannekoek, vrouwe van Meinerswijk, daarna aan Anna van Duvenvoorde, weduwe van Godard van Lennep. Zijn zoon volgt.
Zie Bor, Ned. Oorl. B. XXVII. bl. 531 (7); Aitzema, Saken van Staet en Oorl. D. I. bl. 15; Wagennaar, Vad. Hist. D. IX. bl. 321; Scheltema, Staatk. Nederl. D. I. bl. 366; D. II. bl. 485; Muller, Cat. van Portrett.; Kronijk van het Hist. Gen. te Utr. D. VIII. bl. 309.