[Walraven van Gent]
GENT (Walraven van). Heer van Dieden en Oyen, oudste zoon van den voorgaande, trad in 1599 in 's lands dienst als Luitenant en werd aan het hoofd geplaatst der nieuw geworven kompagnie kurassiers, eershalve naar Prins Maurits genoemd. In Januarij 1600 nam hij onder Graaf Lodewijk van Nassau deel aan de verrassing van Wachtendonk, waar hij zich bijzonder onderscheidde. Hij woonde den slag bij Nieuwpoort bij, verwierf nieuwe lauweren, maar ook twee wonden in den arm, en acht schoten op zijne wapenrusting. Naar een schip gebragt, dat op het drooge lag en voor ambulance diende, werd hij naar Ostende gevoerd en alzoo genezen. In Mei 1604 streed hij als Ritmeester in Staats-Vlaanderen, en voorzeker heeft hij deel genomen aan een aantal overwinningen door Maurits op de Spanjaarden behaald, ofschoon de geschiedenis van hem geen gewag meer maakt dan in 1624 en 1625, toen hij, aan het hoofd der Staatsche troepen, naar het Graafschap van der Mark werd afgezonden en zich van Onna, Kaam, Zoest en andere plaatsen meester maakte. De tijd van zijn overlijden is ons niet bekend. Hij was gehuwd met Anna van Arkel, dochter van George van Arkel, Heer van Ammerzode, die hem, behalve eene dochter, Elisabeth, twee zonen schonk, Johan, die volgt, en Walraven, die kinderloos overleed.
Zie Wagenaar, Vaderl. Hist. D. IX. bl. 83, D. XI. bl. 18; (Schuller tot Peursum). Verz. berigt. omtr. de krijgsbev. bij Nieuwp. bl. 19, 29; Nijhoff, Bijdr. voor vaderl. geschied. en oudheidk. D. IV. bl. 144, 145.