Arnhem. Daar deze stad destijds in handen der Staatsche troepen was, kon hij zijne betrekking niet aanvaarden. De tijd van zijn overlijden is onbekend. Hij was een in vele wetenschappen zeer geleerd man, en volgens Foppens altijd vast en getrouw in de leer der Roomsch Katholieke godsdienst. Hij schreef:
Adagia quinquaginta e Jure Civili collecta et explanata, Paris. et Antv. 1570. fol.
Exempla illustrium aliquot miraculorum S.S. Eucharistiae, Paris. 1574. 8; herdrukt te Keulen 1584. 8o.
In de voorrede van dat werk beloofde hij eene geschiedenis van Gelderland en een werk van regtsgeleerden inhoud, waarvan evenwel, voor zoo ver ons bekend is, niets is uitgegeven.
Zie Sweertius, Ath. Belg. p. 308; Foppens, Bibl. Belg. p. 403; Quartierl. Academ. en Lat. te school Nymegen, bl. 24.