's Hage, 1837. 8o. Toevoegsels, 1840, ald. 1840. 8o. Nieuwe toevoegsels, 1842. ald. 1842. 8o.
Lodewijk de Geer van Finspong en Leufsta, (1587-1652). Eene bijdrage tot de handelsgeschiedenis van Amsterdam, in de zeventiende eeuw, Amst. en 's Hage 1834. 8o. 2de uitgave met een Naschrift en portret verrijkt, 's Hage, 1841. 8o. 3de uitgave met portr. Utr. 1852. 4o.
Axel, eene legende uit het Noorden (naar het Zweedsch van Tegnèr, met toevoegsel van andere stukken naar denzelfden dichter), 's Hage, 1834. 8o.
Christus (naar het Zweedsch van Killegrew), 's Hage, 1842. 8o.
Christenzangen, 's Hage, 1842. 8o. herdrukt Utr. 1858. 8o.
Op verschillende wijzen werden de verdiensten van de Geer erkend en op prijs gesteld. Verschillende geleerde Genootschappen en Maatschappijen in Noord- en Zuid Nederland schonken hem haar lidmaatschap. De Koning van Zweden schonk hem het kommandeurskruis van de Zweedsche orde der Poolster, waarvan hij door diens vader tot ridder was benoemd in 1823. De Koning der Nederlanden gaf hem de orde van den Nederlandschen Leeuw en later de Luxemburgsche ster. Eindelijk is zijne nagedachtenis als kruidkundige vereeuwigd door eene Oost-Indische plant, naar hem Geeria serrata genoemd.
Zie de Jong, Alph. Naaml. van Ned. Boek.; Haarl. Cour. 6 Nov. 1857; Algem. Konst- en Letterb. 1857. bl. 361, 371; Cat. van de Bibl. der Maatsch. van Nederl. Letterk. te Leid. D. I. bl. 287, D. II. bl. 133, 1ste Bijvoegs. bl. 73; Brinkman, Naaml. van Boek.; Hand. der Jaarl. Algem. vergad. van de Maatsch. der Ned. Letterk. te Leiden, 1858, Levensberigten, bl. 20-26.