[Matthias Gallas]
GALLAS (Matthias), geboren te Maastricht in 1589, was eerst pagie van den Baron de Beaufremont, en deed zijn eersten veldtogt in den oorlog van Spanje tegen Savoije in 1616. Hij trad vervolgens in Keizerlijke dienst, en werd, na den dood van den vermaarde Tilly, in wiens school hij gevormd was, tot Veldmaarschalk over de legers van Ferdinand II benoemd, dien hij in den dertigjarigen oorlog gewigtige diensten bewees. Het gelukte hem in 1634 Regensburg aan de Zweden te ontnemen, en na zich met zijn landgenoot, den Beijerschen Generaal Jan van Weert vereenigd te hebben, den 6den September van dat jaar de beroemde Zweedsche Generaals Bernard van Saksen Weimar en Graaf Horn geheel te verslaan. Deze slag bij Nördlingen, de gewigtigste en bloedigste van den geheelen dertigjarigen krijg, bragt de Beijersche, Zwabische en Frankische kreitsen weder in den magt des Keizers. In latere veldtogten gedroeg Gallas, evenals de meeste Generaals van dien tijd zeer aan den drank verslaafd, zich zeer traag, zoo zelfs dat hij in 1637 met een driemaal sterkeren magt den Zweedschen Veldmaarschalk Banner liet ontkomen. Keizer Ferdinand ontnam hem daarop het opperbevel en benoemde hem tot President van den Rijkshofraad. Toen de Keizer hem na den ongelukkigen slag bij Leipzig, in 1642, op nieuw het opperbevel toevertrouwde, gedroeg hij, in 1644 gelast om Banner's opvolger, Torstenson in Holstein op te sluiten, zich wederom zoo gewetenloos traag, dat de Zweed hem op de honendste wijze ongedeerd voorbij trok en zijn eigen leger grootendeels verliep. Hij verviel op nieuw in ongenade en overleed te Weenen in 1647.
Zie Woordenb. der Zamenlev.; Schlosser, Algem. Geschied. D. XIV. bl. 118, 189, 198, 199, 289, 297, 302, 303.