[Jan van Eyck]
EYCK (Jan van), ook wel Joannes van Brugge genaamd, broeder van de voorgaanden, werd te Maeseyek in 1370 geboren. Na het boven bij zijn broeder aangevoerde kunnen wij hier kort zijn. Hij was zijn leerling, voltooide in 1432 het beroemde Altaarstuk, waarvan wij reeds spraken, en stond in hooge achting bij Filips van Bourgondië, in wiens dienst hij reeds in 1428 als kamerheer was, en door dezen in die hoedanigheid naar Portugal werd gezonden, in het gevolg der ambassade, die vragen ging om de hand van Isabella, de dochter van Jan I, voor den Hertog van Bourgondië. Hij was gehuwd met Mergriete van den Huutfanghe, zoo als zij in een oorspronkelijk stuk genoemd wordt. De tijd van zijn overlijden wordt verschillend opgegeven; het waarschijnlijkste is, volgens de laatste onderzoekingen, dat hij in Julij 1441 te Brugge gestorven en in de St. Donaes kerk begraven is. Zijne afbeelding ziet het licht. Zijne verdiensten als kunstenaar zijn binnen de enge grenzen van een woordenboek niet uit een te zetten. De stad Brugge rigtte hem in 1834 een standbeeld op.
Zie dezelfde bronnen aan het einde van het voorgaande artikel aangehaald, en Foppens, Bibl. Belg. p. 635 met portret; Algem. Konst. en Letterb. 1834. D. I. bl. 434.