[Johan Evertsen]
EVERTSEN (Johan) de Jonge, oudste zoon van Johan Evertsen, voornoemd en van Maayken Cornelissen Gorcoms, werd te Vlissingen den 15den September 1624 geboren. Hij vergezelde zijn vader reeds vroeg ter zee, en was op zijn tiende jaar krijgsgevangen te Duinkerken. Na zijn ontslag woonde hij op het schip van zijnen vader verschillende zeetogten bij, tot dat hij, allengs opklimmende, in 1643, schipper of onderbevelhebber, en in 1646 Scheeps-Kapitein werd. In dezen rang eerst ter kaapvaart, vervolgens onder Tromp dienende, betoonde hij veel moed en ervaring. Met den Munsterschen vrede ontslagen, werd hij in 1649 in zijnen post hersteld. Hij liep spoedig uit en ontmoette den 20sten April van dat jaar eenen Turkschen roover, nabij de Vlaamsche eilanden, met wien hij een scherp gevecht aanging. Dapper kweet Evertsen zich van zijnen pligt, doch hij sneuvelde door een musketkogel, en werd den 22sten September 1649 te Fernambuco begraven.
Zie 's Gravezande, tweede eeuw-gedacht. der Middelb. vrijheid, bl. 504; Algem. Konst- en Letterb. 1818. D. II. bl. 195, 196; alwaar vermeld wordt dat Evertsen eerst den 22sten September te Fernambuco overleed, doch dit berigt is onjuist, blijkens de Jonge, Lev. van Joh. en Corn. Evertsen, bl. 49, 50 en de geslachtlijst No. 1.