[Cornelis Fransz. Eversdijk]
EVERSDIJK (Cornelis Fransz.) afkomstig, even als al de volgenden, uit een voornaam Zeeuwsch geslacht, hetwelk vroeger den naam van Everinge droeg, en later zich te Goes onder eerstgenoemden naam nederzette, en zich met de voornaamste geslachten vermaagschapte. In die plaats werd hij den 20sten Mei 1586 geboren. Te Middelburg ontving hij het onderwijs van den vermaarden Johannes Coutereels, en, tot mannelijke jaren gekomen, was hij, vele jaren lid der regering in zijne geboorteplaats, en werd wegens dezelve gedeputeerd in de Rekenkamer van Zeeland, op den 15den Maart 1635, welk ambt hij tot zijn dood toe bekleedde, die voorviel te Middelburg den 19den December 1666.
Eversdijk was in vele wetenschappen, de mathesis, algebra, cijfer- landmeet- en sterrekunde zeer ervaren. Zijne gedrukte geschriften kunnen daarvan getuigen, terwijl nog verscheidene ongedrukt bij zijne nakomelingen lang bewaard zijn geworden. Voorname geleerden van zijnen tijd schonken hem hunne vriendschap en riepen van tijd tot tijd zijne hulp in. Hij schreef:
Traktaat van de Wijnroede, Middelb. 1618. 8o.
Pacht- tafelen, waerdoor alle onervarene in de Rekenkonste seer veerdigh en ghereedt konnen calculeeren de Pacht, Hurre, Onkost en Koop van lande enz. Middelb. 1649. 3de druk; meermalen herdrukt.
Tafelen van Interest, waerdoor seer licht gerekent kan werden de gereede weerde van alle uitstaende penningen enz. Middelb. 1652. 4o. herdrukt ald. vermeerderd, 1663. 4o.
Tafelen van de Wanne-mate, waerdoor met weynigh moeyte ghevonden kan werden de Reste en Wannigheydt van alle kantige vaten, Goes, 1655. 4o.
De dubbele groote Arithmetica van Jan Coutreels, overzien en van fonten gezuivert, vergroot met des Autheurs Algebraische werken en met noodige annotatien en fraye questien vermeerdert, Middelb. 1658. 8o.
Beknopte Landmeetkonst, Dordr. 8o.
Pasteboeck van den Broode, waerdoor seer licht te vinden is 't gewicht op alderley prijs, of de prijs op alderley gewicht van 't Broot, (op last van de regering van Goes uitgegeven) Middelb. 1663. 4o.
In de Zeeuwsche Kronijken van Boxhorn en Smallegange vindt men eene door hem opgestelde naauwkeurige lijst der grootte van Zeeland, getrokken uit 's lands authentijke rekeningen van den hondersten penning over het jaar 1641, waarbij