ouders zich sedert 1760 met der woon hadden gevestigd, en liet het bestuur van het physisch collegie aan zijnen broeder over.
De verdiensten van Esdré werden in 1780 erkend door het provinciaal Utrechtsch Genootschap, hetwelk hem tot lid verkoos, en in 1787 door zijne benoeming tot Hoogleeraar in de Wijsbegeerte te Franeker, voor welke laatste betrekking hij evenwel, om zijne mindere vaardigheid in het Latijn spreken, moest bedanken. Hij wilde ook zijne oude moeder niet verlaten, wier steun hij was sedert 1783, toen zijn vader overleed.
In het jaar 1787 nam Esdré een werkzaam deel aan de gebeurtenissen des tijds, en hielp mede het huis van Oranje in deszelfs waardigheden, en de rust en orde te Heusden, herstellen, door welke bemoeijingen hij zich den post van ontvanger der convoijen en licenten te Heusden verwierf, welken hij tot 1795 met lof en ijver bekleedde, doch toen door de tijds omstandigheden van denzelven verlaten werd. Wel verkreeg hij dien weder in 1813 na het vertrek der Franschen, doch de omslagtigheid, waarmede dit ambt sedert was ingekleed, noodzaakte hem na eenigen tijd zijn ontslag en pensioen te vragen. Beiden werden hem geschonken, en van nu af aan leefde hij voor zijne studiën en voor zijne natuurkundige verzameling, tot dat hij te Heusden op den 23sten Mei 1823 overleed. De werken door hem geschreven en uitgegeven zijn getiteld:
Dissertatio Mathematico-Physica de Natura Fluminum, Lugd. Bat. 1773. 8o.
Natuur- en wiskundige verhandeling over het aanleggen en versterken der Dijken door Mr. Pieter van Bleiswijk; uit het latijn vertaald en met aanmerkingen vermeerderd en opgehelderd. Leid. 1778, 8o.
Beschrijving van een Mineralogisch zak-Laboratorium, benevens eene bijzondere beschrijving van het gebruik der blaaspijp in de Mineralogie enz. door Gustav von Engeström; uit het Engelsch vertaald, met aanmerkingen en bijgevoegde werktuigjes vermeerderd enz. Leid. 1780 8o.
Inleiding tot de kennisse der natuurlijke wijsbegeerte of eenvoudige onderrigting van de eerste grondregels der proef-ondervindelijke Natuurkunde, enz. met afbeeldingen, Leid. 1782-1788. 8o. 6 deelen.
Berigt wegens een luchtverschijnsel, vertoonende eene zonderlinge toenmalige breking en scheiding der zonnestralen, door een wolk veroorzaakt. Geplaatst in de Verh. van het Prov. Utr. Genootsch. 2de deel (1784) bl. 303-312, met eene door Esdré geteekende plaat.
Kort bericht, aangaande de gelegenheid der steden, plaatsen en landen van Heusden, als ook in 't bijzonder over de gedoopten en gestorvenen aldaar. Geplaatst in de Verh. der natuuren geneesk. Corespondentie-Societeit te 's Hage voor 1782, bl. 145-187. Het eerste gedeelte dezer verhandeling behelts eene