risse, geplaatst in het tijdschrift de Recensent ook der Recensenten D. VI. bl. 360.
Hij was een tamelijk goed dichter van wien onderscheidene losse stukjes bestaan. Zijn lijkzang op H.J. Krom, voorkomende in den bundel ter diens nagedachtenis in 1805 te Middelburg uitgegeven, is een der beste daar verzameld; verder bezitten wij van hem:
Klaagzang bij een vreselijken stormen watervloed, die de veelvuldige rampen van Vlissingen, in den nacht tusschen den 14den en 15den van Louwmaand 1808, volmaakte, 2de druk, Vliss. Z.J. 8o.
Bloemen op het graf van J.H. van der Palm gestrooid, Maastr. (1840) 8o.
Triomf- en krijgslied den helden der menschheid bij hunne glansrijke overwinning op Bonaparte, in den bloedigen veldslag: La belle alliance, op den 18den Junij 1815, en bij hunnen zegevierenden intogt in Parijs toegewijd, Amst. 1815. 8o.
Verzameling van vertaalde en oorspronkelijke Evangelische Stichtelijke gedichten, Maartveld, 1839 en 1840, 8o. 2 stukk.
Wij bezitten van van Epen's hand eene vertaling van:
W.M.L. de Wette, Bijbelsche dogmatiek des Ouden en des Nieuwen Testaments, met aanmerkingen, uit het hoogduitsch vertaald, Amst. 1820. 8o.
Ook maakte hij zich door de uitgave van Twee Leerredenen, Amst. 1815. 8o bekend.
Zie Kist en Royaards, Ned. Arch. voor Kerk. Gesched. D. II. bl. 218; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht. D. II. bl. 78; Cat. van de bibl. der Maatsch. van Ned. Letterk. te Leid. D. II. bl. 546, 611; zie Glasius, Godgel. Nederl. D. I. bl. 423, 424, hier door ons gevolgd en aangevuld; de Jong, Naaml. van Boek. bl. 155, 156, 731.