Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 5
(1859)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 107]
| |
met zijne ouders te Leiden, verkreeg er in 1594 het burgerregt en werd in 1607, op voorspraak van Scaliger, tot Pedel der Hoogeschool benoemd, van welken post hij in 1616 om zijne zorgeloosheid, waardoor een brand in het Academie gegebouw ontstond, ontslagen werd, doch zich in 1617, na den dood zijns vaders, weder als zoodanig zag aangesteld. In 1636 kreeg hij van Curatoren verlof om zijn post door zijn schoonzoon Pieter Caron te doen waarnemen. Hij overleed den 6den December 1640, en werd den 10den December in de St. Pieterskerk te Leiden begraven. Hij had zich na zijns vaders dood geassocieerd met zijn broeder Bonaventura, die vroeger ten onregte voor zijn zoon gehouden werd, doch deze compagnieschap werd in 1626 ontbonden, toen hij zich, ten behoeve van zijn zoon Abraham, van zijne zaken ontdeed. Er zijn slechts twee werken bekend die bij hem in 1618 zijn uitgegeven. Matthys Elsevier was driemaal gehuwd: 1 in 1591 met Barbara, Honesto Lopes dochter, die hem drie zonen, Abraham, Izaäk en Jacob, schonk; 2 in 1624 met Maria van Ceulen, bij wie hij een zoon Ludolph verwekte, die reeds vroeg overleed, en 3 in 1626 met Elisabeth Jans of Elisabeth de Smit.
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1807. D. I. bl. 119; Essai bibliogr. sur les edit. des Elsevirs, p, 30; (Jacob) Jaarb. voor den Boekh. 1839. bl. 140; Rammelman Elsevier, Uitkomst. van een onderz. omtr. de Elseviers, bl. 9-12; de Reume, Recherch. sur les Elsevier, p. 12-14; Pieters, Annales de l'impr. Elsevir. p. 28-30, 50. |
|