baren tijd had gewijd: den strijd tegen den sterken drank als volksdrank.
Egeling overleed den 12den Januarij 1858 te Renkum bij Wageningen in Gelderland. Hij was in 1823 gehuwd met Mejufvrouw Johanna Maria van Vloten, die hem behalve een zoon, Lucas Jacob, thans Medicinae Doctor te Haarlem, vijf dochters schonk, waarvan er eene op zeer jeugdigen leeftijd overleed.
Even als dien van zijnen beroemden vader, zal den naam van Willem Egeling nog lang in ons vaderland in eere blijven. Als oprigter van de Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank in 1842, verdient hij dat. Ofschoon hij als zoodanig met veel tegenwerking te worstelen had, kon niets er hem van terug houden, te doen wat hij meende dat goed was en wat hij voor zijn pligt hield. Geene miskenning, geene veroordeeling, geene verguizing, geene bespotting waren in staat hem ook maar een haar breed te doen afwijken van den weg, dien hij meende te moeten gaan. Door niets liet hij zich afschrikken en hij was dan ook als het ware de ziel der vereeniging, die aan hem een aantal stukjes te danken heeft, wier belangen hij als secretaris met warmte voorstond en wier orgaan, het maandblad de Volksvriend, hij van de oprigting af tot aan zijnen dood toe alleen geredigeerd en bijna geheel geschreven heeft. Genoemd maandblad bragt dan ook, even als de Amsterdamsche Courant en de Schat der gezondheid, na Egeling's dood eene warme hulde aan den man die zich onderscheidde door groote opregtheid, gemoedelijke naauwgezetheid, volhardende ijver, onvermoeide werkzaamheid en doorzettende standvastigheid, die voor geene zwarigheid terugdeinsde; den man die aan een helder oordeel een juisten blik paarde in zaken die hij voorstond met edele geestdrift, wanneer hij, na vooraf alles wel gewogen te hebben, overtuigd was van hare nuttigheid en uitvoerbaarheid; den man eindelijk, bij wien eerbied voor de waarheid, sterk gevoel van pligt, nederigheid en belangeloosheid hoofdtrekken waren in zijn karakter.
Behalve eene menigte van opstellen in geneeskundige en andere tijdschriften, vooral in het Practisch Tijdschrift voor de geneeskunde in al haren omvang, door Moll en van Eldik, werden door Egeling de volgende werkjes afzonderlijk uitgegeven:
(Met J.H. de Hes) Waarnemingen over het gebruik der Faba Pechurim in den fluor albus, Leid. 1815. 8o.
Raadgevingen ter voorbehoeding tegen de Cholera, Haarl. 1832, 8o. meermalen herdrukt.
Middelen ter beteugeling van het misbruik van sterken drank, Haarl. 1842. 8o.
Toespraak aan de Leden der Haarlemsche Vereeniging tot bevordering der stoffelijke en zedelijke belangen der Armen, 1842. (Egeling was de stichter van deze Vereeniging.)
Toespraak ter opening der algemeene vergadering van de Ne-