[Johannes Arnoldus Eck]
ECK (Johannes Arnoldus), jongste zoon van den voorgaande, werd geboren in den Ham den 26 September 1720, studeerde te Duisburg, later te Groningen, en werd den 3den October 1741 proponent. Niet lang daarna beriep men hem te Lellens in 1742, vervolgens in 1743 te Noord-dijk, in 1750 te Sappemeer, in 1753 te Zutphen en in 1758 te Amsterdam, alwaar hij den 10den Februarij 1792 overleed. Hij was gehuwd eerst in 1757 met Aletta Elizabeth van Noortwijk, daarna, in 1765, met Barbara Johanna Teyssen. Hij vierde den 4den November 1768 de nagedachtenis van wijlen zijnen ambtgenoot Johannes Temminck met eene lijkrede getiteld:
De aangename Gedagtenis van Godvruchtige voorgangeren, over Hebr. XIII vs. 7. Amst. 1768. 8o.
Zie Boekz. der Gel. wereld, 1742, b. bl. 266, 612, 1743 a. bl. 606, 721, b. 254, 1750, a. bl. 369, 614, 1751. b. bl. 107, 508, 1754, a. bl. 590, 1758, a. bl. 342, 723; Croese, Reg. der Pred. te Amst. bl. 321-325; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; Brucherus, Gedenkb. van stad en Lande, bl. 33, 37, 39.