[Maria Duyst van Voorhout]
DUYST VAN VOORHOUT (Maria), geboren te Delft op den 22sten Januarij 1662, dochter van Hendrik Johansz. Duyst van Voorhout, veertig-raad en Burgemeester van Delft. Tweemaal was zij gehuwd; eerst in 1681 tot 1683 met Mr. Dirk van Hoogeveen, veertig-raad van Delft, en daarna, in 1685, met Frederik Adriaan Baron van Reede vrijheer van Renswoude en Emmikhuizen. Deze werd bijna tachtig jaren oud, en stelde zijne vrouw als erfgename van al zijne bezittingen aan. Daar zij geene kinderen had, kon zij het plan ten uitvoer brengen, waartoe naar hare eigene getuigenis de studie van wis- en natuurkunde aanleiding had gegeven, welker beoefening door eene briefwisseling met den beroemden Leeuwenhoek werd levendig gehouden.
Na legaten aan hare betrekkingen en andere personen, ook aan de Waalsche kerk, armen en vooral aan de armenscholen te Delft te hebben gemaakt, stelde zij als de laatste van haar geslacht tot hare eenige en algemeene erfgenamen aan het ambachtskinderhuis te Utrecht, en de weeshuizen te Delft en in den Haag, ieder voor een derde gedeelte, beloopende elk derde gedeelte ruim vijf tonnen gouds, welke beschikking door haren dood in 92jarigen ouderdom op den 26sten April 1754 bekrachtigd is.
De voorwaarde, waaronder deze making geschiedde, was het wetenschappelijk opleiden van uitstekende jongelieden uit de genoemde stichtingen in afzonderlijke gebouwen en onder een afzonderlijk beheer, en voornamelijk om, zoo als het testament luidde, hen aan te sporen, hetzij in de mathesis, teekenen of schilderkunst, beeldhouwen of beeldsnijden, oefeningen in zware dijkagiën tot behouding van ons land tegen zware overstroomingen van het water, of dergelijke libre kunsten. Tot dat einde werd eerlang te Utrecht naast het ambachts-kinderhuis een deftig gebouw opgetrokken, en de stichting der vrouwe van Renswoude, waaraan zoo menig genie zijne ontwikkeling te danken had, was daar.
Honderd jaren na de daarstelling van deze inrigting, eenig in haar soort, werd op den 23sten Mei 1856 het eerste eeuwfeest te Utrecht gevierd, en bij die gelegenheid, op last van heeren Regenten, eenen grooten gedenkpenning geslagen, door den graveur D. van der Kellen vervaardigd, die aan de voorzijde vertoont het borstbeeld, en face, der stichteres, binnen dit randschrift: Maria Duyst van Voorhout, Douaire van Reede van Renswoude, geb. 22 jan. 1662, overl. 26 april 1754. De keerzijde vertoont een schild op een sierlijk voetstuk met bloemkransen getooid en door drie naakte kinder-