[Nicolaas van Zuylen van Drakenborch]
DRAKENBORCH (Nicolaas van Zuylen van), afkomstig uit het edel en aanzienlijk geslacht Drakenborch in de provincie Utrecht te huis behoorende, hetwelk aan de stad van dien naam verscheidene achtenswaardige regenten geschonken heeft. Hij komt in 1579 voor als onderteekenaar voor de stad Utrecht van de vermaarde Unie aldaar gesloten, en was in 1586 Schout van Utrecht; doch niet tot de partij van Leicester behoorende, werd hij met anderen in dat jaar de stad uitgezet; doch de Staten van Holland beschermden hem, en hij werd na de omkeer van zaken te Utrecht in 1588 in zijn ambt hersteld. Hij stelde toen tegen den gevangenen Burgemeester van Utrecht Prouning van Deventer eenen schriftelijken eisch in, die uit vierhonderd artikelen bestond en eindigde met zijnen dood te vorderen, waaraan evenwel geen gevolg gegeven werd.
Zie Wagenaar, Vaderl. Hist. D. VIII. bl. 166, 167, 169, 301, 303; Arend, Algem. geschied. des Vaderl. D. II. St. VI. bl. 289.