koophandel te sluiten. Belangrijke gebeurtenissen aldaar waren oorzaak dat hij in zijne zending niet slaagde. Hij verbleef tot in den nazomer van 1732 aan het Russische Hof, toen hij op zijn verzoek werd teruggeroepen. Na in 1736, met anderen, insgelijks vruchteloos tot een verdrag van koophandel met de Oostenrijksche Nederlanden te Antwerpen gehandeld te hebben, vertrok hij nogmaals in 1744 naar Rusland, om de belangen der bondgenooten, inzonderheid van de Koningin van Hongarije, te bevorderen.
Ofschoon hij zich de gunst van Keizerin Elizabeth, gedurende zijn vroeger verblijf in Rusland, verworven had, door betoonde bewijzen van achting, toen deze met tegenspoed worstelende en niet in aanzien was, slaagde hij evenwel niet naar wensch, en kwam hij alzoo in 1746 onverrigter zake in het vaderland terug. Bij zooveel tegenspoed in staatkundige ondernemingen, rijst wel eens de vraag op, of dien aan zijn minder beleid, dan wel aan de omstandigheden te wijten was. De Dieu overleed den 23sten Junij 1765. Behalve zijne genoemde waardigheden, was hij gecommitteerde raad ter Admiraliteit, Baljuw van den lande van Blois, en Hoofdofficier der stad Beverwijk. Hij was gehuwd met Gezina Wilhelmina van Hoorn. Zijne afbeelding ziet het licht.
Zie Wagenaar, Vaderl. Hist. D. XIX. bl. 28, met zijne afbeelding, 30, 228, 474, 519. D. XX. bl. 41-43; Kok, Vaderl. Woordenb.; Scheltema, Staatk. Nederl. D. I. bl. 282; van Kampen, Vaderl. Karakterk. D. II. bl. 485; Muller, Cat. van Portr. bl. 71.