Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 4
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 167]
| |
boren te 's Hage in 1665, ontving het onderwijs in de kunst van zijnen vader. Op zeventienjarigen leeftijd vertrok hij naar Engeland, en schilderde voor den Hertog van Bath onderscheidene gezigten en ruïnen in het westen van Engeland, ook had hij veel meer aanleg en was vrij wat beter zeeschilder dan de beide voorgaanden. Later was hij door den nood gedrongen voor minder geld zijne stukken af te leveren dan vroeger, en het is daaraan toe te schrijven, dat de door hem later geleverde stukken verre achterstaan bij zijn eerste werk, hetwelk zich onderscheidde door eene groote helderheid en doorschijnendheid van koloriet en fijnheid van toon in de verschieten. Hij heeft ook landschappen naar eigen ordonnantis geëts, en overleed te Londen in 1704. Hij liet een zoon na, die zich te Londen met het schilderen van portretten bezig hield.
Zie de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; de Navorscher. D. V. bl. 175, 176; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch. |
|