[Cornelis Danckerts]
DANCKERTS (Cornelis) de Jonge, zoon van den voorgaande, werd geboren te Amsterdam in 1561, en voerde mede den toenaam van de Ry. Aanzienlijke bouwwerken zijn door hem ontworpen en tot stand gebragt. Daaronder muntten meer bijzonder uit de zoodanigen, die in het water moesten gelegd worden. Hij was de eerste die het middel vond om steenen bruggen over rivieren te leggen, zonder dat de scheepvaart er door belemmerd werd, en gaf daarvan een eersten blijk in de door hem gelegde Amstelbrug, die eene lengte van twee honderd voeten heeft.
Onder de door hem daargestelde werken, behooren de reeds gesloopte Haarlemmerpoort en Beurs te Amsterdam; verder de in 1603 gebouwde Zuiderkerk en de in 1620 voltooide Wester- en Norderkerken. Hieruit blijkt, welk een vermaard bouwmeester en beeldhouwer hij geweest is. Maar ook als plaatsnijder heeft hij groote verdiensten, getuigen hiervan zijne portretten, landschappen en geschiedtafereelen. Hij dreef daarenboven handel in prenten en landkaarten, en verrijkte onze letterkunde met de volgende werken:
Architectura moderna, ofte bouwinghe van onsen tijd, gedaan bij H. de Keyser enz., Amst. 1631, fol. m. pl. Herdrukt aldaar 1651.
Architectura van verscheide Nieuwe posten ofte deuren van huysen, Amst. 1766, fol. m. pl.
Historie ofte waerachtig verhael van den gantschen toestant van oorlooge, soo die ghevoert is in Duitschlandt, door den grootmachtigsten en onoverwinnelicksten Koningh Gustavus Adolphus, Coninck der Sweeden enz., Amst. 1642, met pl. en portr. fol.
Verhandeling van de vijf orderen der bouwkunst bij de ouden; vermeerderd met een 2de deel van de konst om wel te bouwen.
Architecture van kappen en trappen, Amst. fol.
Ook vertaalde hij de beschrijving van Zwitserland, door M. Merian, Amst. 1644, fol. m. pl. Hij overleed te Amsterdam of te Antwerpen in 1634, en zijne afbeelding ziet het licht. Zijn zoon volgt.
Zie Ferwerda, Naaml. van Ned. Boek., bl. 21; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek., D. I. St. I, III; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Immerzeel, Leven en Werk. der Kunstsch.; op