Hoornsche Schatkamer ofte Konst der Zeevaart. Amst. 1720, 8o.
Nieuwe Hoornsche Schatkamer of Konst der Zeevaart, Amst. 1727, 8o.
Wiskonstige rekening, om de breedte van den Aardkloot te vinden, Amst. 4o.
Als dichter deed hij zich kennen door een vers voor de Hoornse beknopte Bosschieterij van P. Hellingwerf, Amst. 1742, 8o. medegedeeld door Abbing, geschiedenis der stad Hoorn of vervolg op Velius, bl. 161-163.
Zie Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek., Scheltema, Rusl. en de Nederl., D. II. bl. 195, 196; Collot d'Escury, Holl. Roem, D. III. bl. 29, Aanteek. bl. 145, 146.