teekende in verschillende vakken, als portretten, landschappen, binnenhuizen, enz. Waarschijnlijk beoefende hij ook de etskunst. Zijn zoon Jacob Eliza van Cuylenburgh was mede een verdienstelijk kunstenaar, van wien eenige geschilderde landschappen bestaan. Deze beoefende echter de kunst slechts uit lief hebberij, en overleed, 44 jaren oud, in 1841 te 's Gravenhage als commies bij het ministerie van justitie.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Aanwijz. der Schild. op 's Rijks Museum te Amst., bl. 13; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch., D. I. bl. 308, 309. Uit bijzondere berigten verbeterd en aangevuld.