[Nicolaas Cruesen]
CRUESEN (Nicolaas), werd omstreeks het jaar 1570 te Maastricht geboren. Na zijne letteroefeningen volbragt te hebben, werd hij monnik in het klooster der Augustijnen in zijne geboorteplaats en naar Italië gezonden, alwaar hij te Pavia den doctoralen graad verkreeg. In 1602 werd hij tot Apostolischen onderzoeker in Vlaanderen aangesteld, en tien jaren later was hij op bevel van den Paus, voorzitter van het kapittel der reguliere kanunniken van de Premonstratenser orde te Tongeren. In hetzelfde jaar reisde hij naar Duitschland en volvoerde verscheidene zendingen bij de Roomschgezinde Keurvorsten; ook was hij tegenwoordig op den rijksdag te Frankfort. In 1616 werd hij aangesteld tot prior van het klooster van zijne orde te Brussel, vervolgens te Antwerpen en daarna te Maastricht. Ten jare 1620 woonde hij het algemeen kapittel bij, dat van zijne orde te Rome gehouden werd. In Duitschland terug gekeerd, werd hij in 1626 benoemd tot Commissaris der kloosters, die tot zijne orde behoorden, in Bohemen, Oostenrijk en elders. Hij volbragt dezen werkzamen taak tot volkomen genoegen van zijne superieuren, en verwierf daarenboven de gunst van den godsdienstigen Keizer Ferdinand II, die hem den titel van geschiedschrijver en kerkelijken raad verleende. Ten laatste werd hij in 1628 tot provintiaal van Bohemen verkozen, en stierf den 9den November 1629. Hij schreef:
Monasticon Augustinianum, in quo omnium ordinum sub regula S. Augustini militantium, praecipue tamen Eremitarum