[Eustache van Croy]
CROY (Eustache van), Heer van Creeques, zoon van Johannes van Croy, en Eleonora de Thiennes. Hij was bij den aanvang des opstands tegen de Spanjaarden in 1576, zeer ijverig voor de zaak der vrijheid, en bleef na den afval van velen nog standvastig, biedende zelfs in die gevaarvolle oogenblikken, lijf en goed op nieuw voor het vaderland aan. Ook hij teekende de Unie van Brussel, en bij het verraad van La Motte, werd hem het opperbevel over het geschut door de Algemeene Staten opgedragen. Eindelijk volgde ook hij het voorbeeld van de leden van zijn geslacht, en verzoende zich met den Koning, na een geruimen tijd in naam der Algemeene Staten, het bevel in Doornik gevoerd te hebben. De tijd van zijn overlijden is ons niet gebleken.
Hij liet twee zonen na, Claudius en Franciscus Henrix, die den tak der Graven van Roeulx hebben voortgeplant.
Zie Hoogstraten, Woordenb., D. III. bl. 407; de Jonge, Unie van Brussel, bl, 92; Arend, Algem. Geschied. des Vaderl., D. II. St. VI. bl. 53.