Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 816]
| |
De bogchels mijner luimen of overleveringen uit het geheimzinnige kabinet, Amst. 1822, 8o. 2 deelen. Waarheid door gekheid omsluijerd, of wat wordt van Parijs gezegd? m. pl. Amst. 1824, 8o. De geschenken van Pandora, m. pl. Amst. 1824, 8o. 2 deelen. De kleine Tooneelspeler, of de Vondeling aan den grooten weg naar Parijs, Amst. 1826, 8o. Moeder en Dochter, een tafereel uit de hedendaagsche groote wereld, Amst. 1827, 8o. Het reisje naar Dinant, met pl. Amst. 1828, 8o. De Pelgrim der Nederlanden, schetsende de zeden en gebruiken der onderscheidene steden en dorpen, Amst. 1829, 8o. 6 deelen. De Grijsaard uit de rotskloven van St. Domingo, of de slagtoffers van den Slaven-opstand, met pl. Amst. 1829, 8o. De gunsteling van Napoleon, of de kleine Schoenpoetser van de straat le Pelletier te Parijs, Amst. 1830, 8o. Nationale nijverheid of een uitstapje naar Brussel, Amst. 1830, 8o. De Bode bij het ministerie te Brussel, of de erfgenamen van het kasteel de Rotteval, Amst. 1830, 8o. Het sprakelooze Meisje van Brussel of de Rebellen-Bruid, Amst. 1830, 8o. De Brandstichters of de Vadervloek, Amst. 1831, 8o. De Marketenster van het Hollandsche Leger, Amst. 1831, 8o. Het Rijnspook, overleveringen uit de Riddertijden, benevens het dagboek eener reize langs den Rijn in 1831, Amst. 1832, 8o. Het kraambed aan den oever van de Beresina, of het Legermeisje der groote armée van Napoleon, Amst. 1833, 8o. De geheimzinnige Visscher of de bewoners van de Duivelsgrot, enz., Amst. 1833, 8o. De valsche Munter, of het monument in het Weener Woud, en de Speler, Amst. 1833, 8o.
Zie Alphab. Naaml. van Boek. sedert 1792 tot 1832; (J. de Jong), Alphab. Lijst van Boek.; Brinkman, Alphab. Lijst van Ned. Boek.; Konst- en Letterb. 1833, D. II. bl. 50. |
|