voetwassching der Apostelen; de koningin van Scheba een bezoek bij Salomon afleggende, om zijne wijsheid te hooren en hem kostbare geschenken brengende; de kerkroover Heliodorus door de Engelen gestraft; de geboorte van den Zaligmaker, en daaronder Christus, zittende in het midden der Kanunnikken.
Dirk en Wouter Crabeth waren voorzeker de bekwaamste glasschilders van vroegeren of lateren tijd. Beiden deden voor elkaâr niet onder, want is Wouter te roemen om zijne sierlijkheid van teekening, helderheid van kleuren en stoutheid zijner hoogsels, de arbeid van Dirk daarentegen overtreft door den gloed der kleuren, door de krachtvolle uitdrukking, schoone houding en uitvoerigheid der beelden. Men pleeg te zeggen: ‘'tgeen Dirk doet door zijne diepsels, werkt Wouter uit door zijne hoogsels.’
Hun beider arbeid laat niets te wenschen over, en beiden durfden het te ondernemen, om de grootste zoowel als de kleinste onderwerpen op glas te schilderen, en even uitvoerig te behandelen. Zij waren zoo ijverzuchtig omtrent hunne kunst, dat de een den ander daaromtrent iets vragende, de ander gewoon was te zeggen: ‘Ik heb het gevonden, doe ook zoo,’ latende elkander schriftelijk weten hetgeen zij te zeggen hadden, om niet overloopen of verrast te worden, en zij bedekten hun werk, wanneer de een bij den ander in den winkel kwam. Hunne vaardigheid in het schilderen en bakken van het glas was ongemeen, en zij ontzagen geene moeite of kosten, om hun werk te verbeteren en te volmaken. Indien zij in hunnen arbeid eenig gebrek vonden, verschilderden of verbakten zij hetzelve, zonder daar iets meer voor te ontvangen, zooveel eer stelden zij in hunne kunst, waarmede zij niet veel geld wonnen, als de menigte van glazen, die zij voor andere plaatsen en voor het buitenland vervaardigden, dit niet had vergoed. Over de afbeeldingen van de door hen voor de kerk te Gouda vervaardigde kerkglazen, zie men het laatst aangehaalde werk van dit artikel. De portretten van Dirk en Wouter Crabeth, in buste, levensgroot, met handen, krachtig geschilderd op paneel, versieren de wanden van de kerkmeesters kamer, in de St. Jans kerk te Gouda, en zijn door den laatst overgeblevene van dit geslacht, Burgemeester Renier Crabeth, op den 26sten Januarij 1761 geschonken. Renier Persyn vervaardigde eene kopergravure er van, en Hendrik Barry kopieerde dezelve, naar welke gravure alle andere voorkomende genomen zijn. Vondel vereerde hunne afbeeldingen met een bijschrift. De kerk te Gouda, die de voornaamste voortbrengselen van hunne kunst bevat, bewaard hun stoffelijk overschot, en teregt heeft men begrepen, dat, ten minste daar ter plaatse,
elke poging om hunne nagedachtenis te vereeren, overbodig zijn zou.
Zie Walvis, beschrijv. van Gouda, D. I. bl. 326-329, D. II. bl. 65-90; van Mander, Lev. der Schild., D. I. bl. 154, 155,