[Theodorus Craanen]
CRAANEN (Theodorus), of Kranen, was geneesheer en Doctor in de wijsbegeerte en werd in 1655 beroepen tot hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de hoogeschool te Nijmegen, van waar hij in 1670 vertrok op zijne aanstelling tot hoogleeraar in dezelfde faculteit en in de Mathesis te Leiden, en tot onderregent van het staten collegie aldaar. Doch zijn ijver ter verdediging van de leer van Descartes, en daaruit gerezene twist met den hoogleeraar Spanheim, gaf curatoren, in 1673, aanleiding om hem in beide genoemde betrekkingen te ontslaan en daarentegen tot gewoon hoogleeraar der geneeskunde aan te stellen. In deze hoedanigheid diende hij de hoogeschool tot het jaar 1687, toen hij, op uitnoodiging van Frederik Wilhelm, keurvorst van Brandenburg, die hem tot eersten geneesheer aanstelde, naar Berlijn vertrok, alwaar hij in 1690 (volgens anderen den 27sten Maart 1688) overleed. Zijne afbeelding, door A. Blooteling vervaardigd, ziet het licht.
Hij is de schrijver van vele werken over zijn vak, afzonderlijk uitgekomen, laatstelijk bijeenverzameld te Antwerpen in 1689. 4o. 2 deelen; de levendigheid van zijn vernuft en bevalligheid zijner voordragt worden geroemd; doch van zijne kennis der geneeskunst en zijne min doordachte toepassing der Cartesiaansche wijsbegeerte op dezelve, ontvangen wij minder gunstige getuigenis, ofschoon die van Boerhave komt, wiens afkeer van de Cartesiaansche leer bekend is en op die getuigenis wel eenigen invloed zal hebben uitgeoefend. Tijdens zijn verblijf in Holland gaf hij uit:
Tractatus Physico-Medicus.
Waarvan het 107de hoofdstuk handelt: de Musica; het 108ste de Echo en het 109de de Tarantula. Eene nieuwe uitgave van dat werk verscheen te Napels, 1722, 4o.
Zie Quartierl. Academ. en Lat. School te Nijmeg., bl. 11, 12, Boerhave Orat. fun. in Albinum, p. 20; Siegenbeek, Geschied. der Leidsche Hoogesch., D. I. bl. 196-198; Toev. en Bijl., bl. 114, 289; Gerber, Lexicon, bl. 809; Biograph. Univ., T. V. p. 290; Bouman, Gesch. der Geldersch. Hoogesch., D. I. bl. 243, 263, D. II. bl. 24; Muller, Cat. van Portrett. bl. 66.