concours der graveerkunst in 1836, bij de Koninklijke Academie van beeldende kunsten te Amsterdam, bekroond, werd het daaraan verbondene pensioen hem toegekend voor eene kunstgravure op staal, naar een der schoonste schilderijen van Gerard Dou, voorstellende: een meisje in een nis, met een korfje vruchten.
Behalve verscheidene fraaije gravures in den Nederlandschen Muzen-Almanak en andere jaarboekjes en boeken, vervaardigde hij eene menigte portretten, die in de Catalogus van Portretten van Frederik Muller voorkomen, en daaronder een uitvoerig bewerkt portret van den Bisschop van Curium. Couwenberg was insgelijks een uitstekend teekenaar met Oost-Indischen inkt, waarvan getuigen kan zijne meesterlijke teekening naar den schuttersmaaltijd van van der Helst. Hij was lid van de vierde klasse van het voormalige Koninklijke Nederlandsche Instituut, van de Koninklijke Academie van beeldende kunsten te Amsterdam, en overleed aldaar in November 1845. Zijn stoffelijk overschot werd in de Zuiderkerk plegtig ter aarde besteld, en bij zijn graf deden beroemde redenaars en dichters, in treffelijke toespraken, hulde aan zijne verdiensten, die verhoogd werden door zijnen beminnelijken inborst en uitmuntend karakter. Zijne afbeelding ziet het licht.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch., alwaar zijn portret; Konst- en Letterb. 1845, D. II. bl. 353. 1856, D. I. bl. 273; Muller, Cat. van Portrett., bl. 66; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.