[Gideon de courcelles]
COURCELLES (Gideon de), of Curcellaeus, zoon van den voorgaande en Jeanne de Beaulieu le Blanc. Hij werd in 1647 proponent bij de Remonstrantsche broederschap, en geraakte den 16den Mei 1648 te Kampen in den kerker, omdat hij er eenige malen, in eene verborgene bijeenkomst, aan zijne geloofsgenooten het Evangelie verkondigd had. Te vergeefs waren de pogingen van Prins Willem II om hem te doen ontslaan, en eerst den 16den Julij daaraanvolgende, na dagelijksche vermindering van spijs en drank, werd hij losgelaten met betaling van 200 gulden en uitbanning. Hij werd in datzelfde jaar beroepen te Noordwijk Binnen en van daar den 8sten Augustus 1666 te 's Gravenhage, waar hij den 7den November kwam en in het laatst van 1672 overleed. Hij schreef:
Over het altijd durend geloof van de Catholijke Kerk, enz. 's Hage 1669, 12o.
Zie van Abcoude, Naamreg. van Nederd. Boek. D. I. St. III. Cattenburgh, Bibl. Remonstr.; des Amorie van der Hoeven, het tweede Eeuwf. van het Semin. der Remonstr. te Amst. bl. 108; J. Tideman, de Remonstr. Broedersch., bl. 64, 92, 307, 366.