[Simon Cos]
COS (Simon), geboren te Hoorn en den 21sten April 1656 tot veertiende Landvoogd van de Molukken aangesteld, welke waardigheid hij den 7den Julij 1662 met die van Landvoogd van Amboina verwisselde, toen hij reeds een man van hooge jaren was. Hij was van den 14den September 1659 tot aan zijn dood buitengewoon raad van Neêrlands Indië en stierf den 24sten Februarij 1664, na kort voor zijn dood nog eene groote dienst aan den handel te hebben gedaan, door de ontdekking dat de nagelen, die sedert 1663 van de Amboinezen ingekocht werden, met steentjes gemengd waren.
Hij liet bij zijn dood een zeer aanzienlijk kapitaal na, door den handel gewonnen, waarvan hij 6000 rijksdaalders aan de armen zijner geboorteplaats vermaakte.
Zie Valentijn, Oud- en Nieuw Oost-Ind., D. I. St. II. bl. 323, D. II. St. II. bl. 219, 220, D. IV. bl. 371.