[Jan Cos]
COS (Jan), was een weinig beduidend dichter, die tot zinspreuk had: Virtus sibi ipsi praemium. (De deugd is zich zelve tot loon.) Van hem bestaat een zoogenaamd treurspel, getiteld:
Rampzalige Arghlistigheit, Amst. 1663. kl. 8o.
Of hij dezelfde is met J. Kos, die in de zeventiende eeuw leefde, en van wien men verzen vindt in het Medenblicker Scharrezoodje, durven wij niet verzekeren.
Zie van der Aa, Nieuw Woordenb. van Nederl. Dicht., D. II. bl. 337; Cat. van de Bibl. der Maatsch. van Nederl. Letterk. te Leiden, D. I. b. bl. 76.