vervolging, was P. Jorissen. Zijn zoon volgt. Zijne godgeleerde geschriften zijn de volgende:
Christiana et seria admonitio ad R. Donteklok de Colloquio illius de translatis thesibus Gomari et Arminii. 1609. Ook in het Hollandsch uitgegeven onder den titel: Christelicke ende ernstige vermaninghe tot vrede aen R. Donteclock over zyne 't samensprekinghe, enz. 's Hage 1609, dat een weder antwoord van Donteclock, als ook een geschrift van Gomarus, uitlokte, welk laatste Corvinus wederom bestreed met zijne:
Instructio contraria adversus Gomari praemonitionem. 1610.
Ook in het Hollandsch verschenen onder den titel:
Teghenbericht jeghens Fr. Gomari waerschouwinge over de vermaninghe tot vrede, die onlangs aan R. Donteclock christelijck ende ernstelijck ghedaen is, enz. Leiden 1610.
Defensio sententiae J. Arminii de praedestinatione, gratia Dei, libero hominis arbitrio etc. Adversus Danielis Tileni, theologi Sedanensis, considerationem. Lugd. Bat. 1613. 8o.
Responsio ad Bogermanni annotationes, pro Grotio. 1614.
Censura anatomes Arminianismi, qua omnia, quae Petrus Molinaeus, Calvinista Parisiensis, adversus Jacobi Arminii et eorum, quos in Belgio remonstrantes vocant, doctrinam veritati scripturarum consentaneam, de praedestinatione etc. disputavit, singulatim examinantur. Francof. 1622.
Dit werk werd door velen geoordeeld te zijn een zeer bondig en doorwrocht boek. Corvinus was er van Autwerpen heimelijk voor in Leiden gekomen, en had zich aldaar zes of zeven maanden in zijn huis, als in eenen gewilligen kerker opgesloten, zonder zich van iemand te laten zien en zelfs zijne getrouwste vrienden niet bezocht of bij hem toegelaten, voor het geheele werk gereed was.
Corvinus wordt ook genoemd als de schrijver van:
Schriftelicke conferentie gehouden in 's Hage 1611, tusschen eenige Predikanten, over het leerstuk der Praedestinatie enz. Op bevel der staten van Holland gedrukt. 's Hage, 1612 en 1617. 4o.
Bekeeringe van den gepredestineerden Dief.
Ook vertaalde hij de lijkrede van Petrus Bertius op Arminius en verdedigde dit geschrift later tegen Gomarus in zijne:
Schouwe over Fr. Gomari, Proeve van P. Bertii Aenspraeck bij een van syn discipelen tot nodige protestatie voor de eere syns meesters en de voorbode van de wederlegginghe van Gomari waerschouwinghe uytgegeven, enz. Leiden 1610.
Als regtsgeleerd schrijver deed hij zich kennen door de volgende werken:
Enchiridion Juris Civilis, seu Institutiones imperiales, insertis