ellkander dreven en alzoo door de onzen genomen werden. De Aeolus vervolgde hierop het Spaansche admiraalschip, dat reeds fel geteisterd was, achterhaalde het, en beschoot het zoodanig, dat het weldra in zinkenden staat geraakte.
Zie Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Indië D. I. bl. 199, 201; van Kampen, Geschied. der Nederl. buiten Europa, D. I. bl. 198-200; de Jonge, Geschied. van het Zeewez., D. I. bl. 312; Swalue, de Daden der Zeeuwen, bl. 264.