Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 722]
| |
voerd door schipper Geert Ages Kleijn, geladen met indigo en komende van Cadix. Op den 28sten Julij 1794 werd deze koopvaarder, tien mijlen van Duinkerken, door een Fransch oorlogschip genomen, en den schipper daarvan afgehaald hebbende, lieten de Franschen daarop blijven den gemelden matroos en den scheepsjongen Albert Koens; dezen werd een prijsmeester en drie man toegevoegd, om het vermeesterde schip naar Duinkerken te brengen. Tegeuwind noodzaakte de schepelingen om met het schip uit den wal te leggen. Dit duurde tot den derden nacht, toen Christiaan Cornelisse het besluit nam, om een der Franschen die op de wacht was, terwijl de jongen aan het roer stond, op het voorschip te roepen. Deze, geheel onbewust van hetgeen er volgen zou, komt, maar wordt aangegrepen; zij worstelen een langen tijd, totdat eindelijk de Franschman onder den voet geraakt en over boord werd geworpen. Het geschreeuw van dezen onder het worstelen, wekte den prijsmeester, die uit de kajuit gewapend kwam toeschieten. Hij loste een pistool op den matroos maar dit miste. Deze liep nu in volle woede op den prijsmeester, die zich met den sabel verweerende, Christiaan Cornelisse aan het hoofd en de beide handen wonden toebragt; ten laatste wierp deze den prijsmeester over boord. Christiaan nam nu het pistool, laadde het met spijkers bij gebrek aan kogels, trad in den roef, daar de derde Franschman sliep, en bragt dien zulk eene zware verwonding toe, dat hij bewusteloos bleef liggen; de vierde man bad om lijfsgenade, welke hem geschonken werd. Thans meester van het schip zijnde, wendde hij den steven naar het vaderland, en bereikte gelukkig de haven van Vlissingen. Behalve de daar ontvangene toejuichingen en de erkentenis der scheepsreeders, ontving hij een duurzaam gedenkteeken van dit bedrijf, hetwelk hem door den Luitenant-Admiraal van Kinsbergen geschonken werd. Het bestond in een zilveren tabaksdoos, met het volgende daarin gegraveerde opschrift: Present van den Luitenant-Admiraal van Kinsbergen aan zijnen Cameraat, den braaven Hollandschen Matroos Christiaan Cornelisse, voor het herneemen van het schip de Vriendschap, op den 1 Augustus 1794. 's Mans afbeelding ziet in twee folio gravuren het licht; de eene naar Perkois door C.H. Hodges, de andere naar en door G. Kockers.
Zie Vaderl. Hist. ten verv. op Wagenaar, D. XXIX. bl. 156-159; M.C. van Hall, Lev. en Karakt. van van Kinsbergen, 173, 325; de Jonge, Geschied. van het Zeewez., D. VI. St. I. bl. 481-483, Muller, Cat. van Portrett., bl. 65. |
|