[Mr. Antonius Copall]
COPALL (Mr. Antonius), geheim agent van Prins Frederik Hendrik, die door zijn toedoen de overgave der stad en het kasteel van Antwerpen meende te zullen verwerven, waarvoor aan Copall eene som van zeven tonnen gouds zoude worden uitgekeerd, waarvan vier voor hem zelven en drie voor de omgekochte personen moesten dienen; bovendien zou Copall en zijne erven het erfmarkgraafschap van Antwerpen verkrijgen, en hij voor zich het postmeesterschap met de bodeambten aldaar.
De kennis van deze overeenkomst tusschen den Prins en genoemden Copall, geeft opheldering omtrent 's Prinsen onverklaarbaar gedrag in 1646, blijvende hij toen met zijn leger werkeloos stil liggen, ofschoon hij met het oogmerk om Antwerpen te veroveren, te velde was getrokken; doch tijdens de onderhandeling met Copall de stad niet kon aantasten.
De overgave van Antwerpen had evenwel geen plaats; zoodat de gelden aan Copall beloofd, hem niet zullen zijn uitbetaald, ofschoon het te vermoeden is, dat hij wel eenige belooning zal hebben verkregen. De oudste zoon van Copall, mede Antonis genaamd, trachtte echter in 1684, op grond der diensten door zijn vader aan den lande bewezen, eene bediening aan het hof van Willem III te erlangen. De uitslag van zijne pogingen is niet bekend.
Zie Kronijk van het Hist. Genootsch., D. V. bl. 111-113.