[Caspar Commelin]
COMMELIN (Caspar), geboren te Amsterdam in 1667. Hij werd geneesheer aldaar en volgde zijn oom, bovengenoemd, als Hoogleeraar in de kruidkunde op. Wat dezen onafgedaan had moeten achterlaten, werd door zijn neef vervolgd en voltooid, en het is aan hem dat de plantkundige wetenschap in ons vaderland, even als aan zijn oom, de grootste verpligting heeft. Hij overleed den 25sten December 1731 en was gehuwd den 19den Maart 1699 met Johanna de Vogel. Het werk door zijn oom begonnen en door hem voltooid, werd onder bescherming van den burgemeester N. Witsen en op kosten der stad Amsterdam uitgegeven door F. Ruysch en F. Kiggelaar en in twee kolommen, Nederduitsche en Latijnsche tekst, gedrukt onder den titel van:
Joh. et Casp. Commelin, Horti medici Amstelodamensis rariorum tam Orient. quam Occident. Indiae aliarumque peregrinarum plantarum descriptio et icones ad vivum aeri incisae. Opus posthumum, lat. donatum, notisque et observ. illustr. a F. Ruyschio et F. Kiggelario. Amst. 1697 et 1701. 2 Vol. fol.
Verder schreef hij:
Flora Malabarica, seu horti malabaricae Catalogus. Leiden, 1696, fol.
Horti medici Amstelodamensis plant. usualium catalogus. Amst. 1698, fol., herdrukt 1715 en 1724, 4o.
Praeludia botanica. Leiden, 1703, 4o. met pl.
Horti medici Amstelodamensis plantae rariores exoticae enz. Leiden, 1706, 4o., met pl.
Botanographia malabarica a nominum barbarismis restituta, Leiden, 1718, fol.
Zie Boekz. der Gel. Wereld, 1731, b. 716, van Kampen, Bekn. Geschied. der Nederl. Letterk., D. II. bl. 64; Collot d'Escury, Holl. Roem, D. VII. bl. 305; Biogr. Univ. T. V. p. 147; van Lennep, Ill. Amstelod. Athen. memorab., p. 58, 141, 200; van Leeuwen, Nieuwe Catal. der Provinc. Bibl. van Friesl., bl. 120.