Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 644]
| |
en West-Friesland, door Jacoba van Beijeren aangesteld den 13den Augustus 1428, en zijne moeder Margarheta d'Armuiden, beiden uit beroemde geslachten gesproten. Negentien jaren oud zijnde, begaf hij zich in dienst van Philips den Goeden, of liever van den Graaf van Charolois, naderhand Karel den Stouten, wien hij acht jaren lang, meest buiten 's lands, met groote trouw diende. In 1472 verwisselde hij de dienst aan het hof van Bourgondië met die van den Franschen Koning, Lodewijk XI. De rede dezer verandering is niet bekend. Hier werd hij rijkelijk schadeloos gesteld voor het verlies zijner goederen, hetwelk deze overgang hem berokkende; met groote onderscheiding werd hij ontvangen, tot kamerheer benoemd en tot landvoogd van Poitou aangesteld. Hij trad kort daarna in het huwelijk met Helena de Jambes, dochter van Jan de Jambes, Ridder, en van Jeanne Chabot, door welk huwelijk, den 27sten Januarij 1473 te Chinon gesloten, hij in bezit geraakte van de leenen van Argenton, Coppoux, Brisson en anderen. Tot op den dood van Lodewijk XI genoot Comines deszelfs volle vertrouwen, had hij den grootsten invloed op het bestuur en was een der magtigste Heeren van Frankrijk. Ook nog in de eerste regeringsjaren van zijnen opvolger Karel VIII, viel hem dit voorregt ten deel, maar deze gunst duurde niet lang. Na den dood van Lodewijk XI had Comines de partij omhelsd van den Hertog van Orleans (naderhand Lodewijk XII, die gedurende de minderjarigheid van Karel VIII naar het regentschap dong), en het was hiervan dat zijne vijanden gebruik maakten, om hem in het verderf te storten. Hij werd beschuldigd van hoog verraad en gebragt naar Loches in Berry, waar hij acht maanden lang in eene ijzeren kooi opgesloten zat. Daarna zat hij achttien maanden te Parijs in de gevangenis, voor dat zijne vrouw kon verkrijgen dat zijn proces werd doorgezet. Eindelijk gelukte dit, en kon hij in persoon zijne zaak voor het parlement bepleiten, hetwelk hij met zoo veel welsprekendheid deed, dat hij geheel werd vrijgesproken en in zijne vorige betrekkingen hersteld werd. Na dien tijd had hij in 1493, een belangrijk aandeel in het verdrag, dat te Senlis tusschen den Koning en den Aartshertog van Oostenrijk gesloten werd, en voerde hij de onderhandelingen tusschen zijnen vorst en de Venetiërs, waarmede eerstgenoemde in oorlog was; maar de drie laatste jaren van het leven van Karel VIII, schijnt hij zich niet met staatszaken bemoeid te hebben. Bij de komst van Lodewijk XII tot den troon in 1498, bragt hij den nieuwen vorst zijne hulde en het is daar, dat zijn naam voor het laatst in de geschiedenis vermeld wordt. Hij begaf zich naar zijn kasteel te Argenton, overleed aldaar den 17den October 1509, in den ouderdom | |
[pagina 645]
| |
van 64 jaren, en werd begraven in eene kapel, bij zijn leven gesticht, in de Augustijner kerk te Parijs. Zijne eenige dochter huwde den 13den Augustus 1504 met René van Bretagne, Graaf van Penthièvre, doch zij overleed reeds in 1514 en werd bij hare ouders begraven. Te midden van zoo vele beslommeringen des levens, vergat Comines zijne letteroefeningen niet, en aan zijne onvermoeide werkzaamheid had hij het te danken, dat hij het Nederduitsch, het Duitsch, het Spaansch, het Italiaansch, maar vooral het Fransch meester was en grondig ervaren was in de kennis der geschiedenis in het algemeen, en die der Romeinen in het bijzonder. Door het schrijven zijner Memoires heeft Comines zich inzonderheid beroemd gemaakt. Zij bevatten de geschiedenis van zijnen tijd, van het jaar 1464 tot op den dood van Karel VIII in 1498, en hare grootste waarde bestaat daarin, dat zij met zoo veel openhartigheid en opregtheid geschreven zijn, waardoor hij met regt door de beroemdste mannen van lateren tijd, als de beste geschiedschrijver zijner eeuw beschouwd werd en bij allen in hooge achting stond. De eerste uitgave van zijne Memoires geschiedde te Parijs in 1523, in folio, doch bevatte slechts zes van de acht boeken door Comines opgesteld. Eerst in 1538 verscheen de eerste volledige uitgave in de Fransche taal, die later door eene reeks anderen in de Latijnsche, Italiaansche, Spaansche, Engelsche, Hoogduitsche en Nederduitsche taal is gevolgd. De beste uitgave in de Fransche taal is die van 1747 onder dezen titel: Memoires de Messire Philippe de Comines, seigneur d'Argenton, ou l'on trouve l'Histoire des Rois de France, Louis XI et Charles VIII: nouvelle édition revue sur plusieurs manuscrits du temps, enrichie de notes, etc. par Messieur Godefroy, augmentée par M. l'Abbé Lenglet du Fresnoy. Londres et Paris 1747. 4 Vol. 4o. In onze taal bestaan er twee uitgaven van, eene in 1578 door Cornelis Kiliaan bezorgd, waarvan in 1612 een tweeden druk verscheen, eene andere door Frans de Haas, onder dezen titel: Gedenkschriften van den Heere Filip de Comines, Heer van Argenton, behelzende de historie van Lodewijk den XI en Karel VIII, Koning van Frankrijk, van het jaar 1464 tot 1498, doormengd met een verhaal van de lotgevallen der Graven van Holland, uit den Huize van Bourgonje, en veele zeer fraeije staatslessen, nopens de bestiering van Landen en Steden, enz. Amst. 1757. 2 deelen, 8o.
Zie Sweertius, Athen. Belg., p. 940-941; Foppens, Bibl. Belg, p. 1627-1629, alwaar zijn portret; Saxe, Onomast. Litt. pars II. p. 490; en Anal, p 593; Paquot, Memoires, T. II. p. 1-17; Kok, | |
[pagina 646]
| |
Vaderl. Woordenb., D. X. bl. 465-468; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Brunet, Man. du Libr., T. I. p. 443; de Wind, Bibl. der Nederl. Geschiedschr., D. I. bl. 93-98: Biograph. Univ., T. V. p. 144-146; Engelberts Gerrits, Biogr. Handwoordenb., D. I. bl. 350. |
|