[Pieter Colijn]
COLIJN (Pieter), was ten jare 1528 schepen en raad van Amsterdam en werd in dat jaar benoemd tot een der commissarissen over de monstering der krijsknechten, door de staten van Holland geworven, om de plunderingen der Gelderschen onder Maarten van Rossum tegen te gaan. Hij werd in 1532 burgemeester en was als deugdzaam en geleerd man algemeen geacht. Bij het oproer der Wederdoopers te Amsterdam, ten jare 1535, beschuldigd van slapheid in zijne handelwijs, nam hij, toen het gepeupel zich reeds van het stadhuis had meester gemaakt, deze gelegenheid waar, om zich van de opgelegde blaam te zuiveren en trok hij, aan het hoofd der gewapende burgers, de oproerlingen in den nacht te gemoet. Men raakte