die daarvan levenslang het vruchtgebruik zou genieten, aan de regenten van gezegd weeshuis overgemaakt worden, om daarvan 5000 gulden uit te keeren aan het arme kinderhuis te Breda en de overige 50,000 gulden te beleggen, ten einde uit de vruchten daarvan aan elk burgerweeskind jaarlijks een halve rijksdaalder en bij het verlaten van het huis, boven den gewonen uitzet, 100 gulden uit te betalen. De Hertogin overleed in 1751 en de eerste uitreiking der jaarlijksche gift geschiedde den 10den October 1752, welken dag door de regenten tot eenen feestdag werd ingesteld, terwijl zij het wapen van van Collema, zijnde een halven zwarten arend op een goud veld, in hout gesneden, met gepaste bijschriften, in de regentenkamer deden ophangen en een' zilveren beker lieten vervaardigen, om op zijn doopdag, den 16den December, hem met een' dronk te gedenken.
Zie Nederl. Jaarb. 1753, bl. 57; Vaderl. Histor. ten onmidd. verv. van Wagenaar, D. XXII. bl. 65-67; A.J. van der Aa, Herinn. uit het gebied der Geschied. betrekk. de Nederl., D. I. bl. 325-327.