[Coenraad Zumbag de Coesvelt]
COESVELT (Coenraad Zumbag de), geboren te Leiden, den 31sten Mei 1697, was de zoon van Lotharius Zumbag de Coesvelt, geneesheer en Hoogleeraar in de wiskunde te Hessel-Cassel, de vriend van Coenraad Ruysch, in 1729 te Leiden voorzittend Burgemeester en voorzittend curator der hoogeschool, die peter van den jongen de Coesvelt geweest is. Laatstgenoemde werd te Leiden student in de wijsbegeerte en geneeskunde, en promoveerde aldaar den 25sten Januarij 1724 op eene dissertatie ‘de vero in Medicis inveniendo.’ Later was hij geneesheer, Assessor van het Collegium Medicum et Chirurgicum te Leiden, en werd lid der koninglijke societeit te Berlijn.
Behalve in de geneeskunde was hij als sterre-, natuur-, wisen waterbouwkundige niet onervaren; ook maakte hij verzen, en was tijdelijk in strijd met den Leidschen Hervormden predikant Laurentius Steversloot, over diens gedicht op den Profeet Jona. Hij schreef:
Korte schets, verhandelende van het droogmaken van de groote Meer, enz., Leiden 1742. 2de druk, 1743.
Met de uitgave van dit werkje wilde hij de mogelijkheid voorstellen van de droogmaking der Haarlemmer Meer, zonder voorafgaande bedijking. Hij voegde daarbij eene kaart, over welke de heer Mr. J.T. Bodel Nijenhuis uitweidt, in het voorwerk voor den hieronder aangehaalden derden druk van dit boekje.
In 1749 gaf de Coesvelt in het Latijn te Leiden uit. de beschrijving van een instrumentum novum, sive horologium, autobarum ad longitudines inveniendas. Hij zegt er van dat zijn vader, over wien hij eenigzints daar uitweidt, dit werktuig uitvond, en dat hij het vervaardigd en aan het licht gebragt heeft. Zijn geschriftje is 16 bladzijden in 4o. groot en opgedragen aan Prins Willem IV.
De Coesvelt was ongehuwd en overleed half April 1780 en werd den 20sten van die maand in de St. Pieterskerk te Leiden begraven. Zijn grafsteen heeft het volgende opschrift:
Hier rust en is uyt den tijd Conr. Zumbag de Coesfelt, Medicus, slads Dr. Collegii Medici et Chirurgici Assessor, Lid der Kon. Societeit te Berlijn. Hij roept: Vreest God, eer gij hier zijt.
Het wapen van de Coesvelt is een zilveren baar op een azuren veld. Zijn portret door J. van Zanten in olieverw