Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Gijsbert Cocq]

COCQ (Gijsbert), Gisbertus Cocquius, ook Cock en Cockius genaamd, geboren te Utrecht omstreeks 1630, werd, na aan de hoogeschool dier stad den graad van Doctor in de letteren te hebben verkregen, in 1655 Predikant te Kockengen, alwaar hij den 12^den Mei 1708 overleed.

Hij toonde zich een ijverig verdediger van het Christendom tegen den Engelschen wijsgeer Thomas Hobbes in zijne schriften:

Hobbes Elenchomerius sev vindiciae pro Lege, Imperio et Religione contra Hobbesium. Traj. 1668. 8^o.

Anatome Hobbesianismi. Traj. 1680. 8^o.

Comeetsbeschrijving. Utr. 1682. 8^o.

[p. 548]

Psalterium Davidis carmine elegiaco redditum. Traj. 1700. 8^o.

Zijn zoon Georgius Cocq, Gisb. fil., werd in 1693 Predikant te Harmelen.

Zie Burman, Traj. erud., p. 79; Voet, Naaml. der Predd. van de Prov. Utr.; Paquot, Mémm. litt., T. III. p. 562 et 563; van Abeoude, Naamr. van Ned. Boeken; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Hoeufft, Parn. Belg., p. 185; Hofman Peerlkamp, de Poëtis Latt. Nederl., p. 454; Biogr. Univ.; Glasius, Godg. Nederland.