plaatst werd, waarin hij den 14den September daaraanvolgende overleed.
Van hem zijn in 's Rijks Museum te Amsterdam:
Een ossendrift; langs eenen landweg drijft een herder een aantal ossen, ter zijde hoog geboomte, verder een uitgestrekt en aangenaam verschiet.
In het Museum Boymans te Rotterdam:
Een Hollandsch landschap; op den voorgrond een boer en eene boerin bij drie koeijen en eenige schapen; links eene schuur tusschen geboomten.
Twee ossen en een schaap in een vlak landschap.
Zijn kapitaalste stuk was een landschap met grazend vee enz., dat uit het kabinet van den Hoogleeraar Jan Bleuland den 6den Mei 1839 voor 2855 gulden verkocht werd.
De etskunst werd ook door Cobell reeds vroeg beoefend en men heeft van hem eenige fraaije prentjes, als:
Een paard staande aan eenen hooiwagen bij eenen liggenden hond.
Een osje staande in eene waterplas te drinken bij eenen boom, omringd van eenige planten en kruiden.
Een liggend rundbeestje bij twee schapen.
Een paar onafgemaakte studiën, zijnde Koeijekopjes en nog drie of vier andere prentjes.
Zijne afbeelding komt voor bij Immerzeel, Levens en Werken van Kunstschilders.
Zie Algem. Konst- en Letterb., 1814. D. II. bl. 210; Lodewijk Napoleon, Geschiedk. Gedenkst., D. I. bl. 178, D. II. bl. 252; van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. II. bl. 413, 477-481 en Aanhangsel, bl. 190; Immerzeel, Leven. en Werken der Kunstsch., D. II. bl. 120 en 121; Aanw. der Schilderijen berustende op 's Rijks Museum te Amsterdam, bl. 35; Catal. van Schilderijen, enz. in het Museum te Rotterdam, bl. 21; Kramm, Levens en Werken van Holl. en Vlaamsche Kunstsch., Art. bleuland.