Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Adriaan Clant]

CLANT (Adriaan) tot Stedum, Heer van Nittersum een zoon van Eilco Clant en van Wilhelmina Hincart,

[p. 391]

geboren in het jaar 1600, steeg spoedig door geboorte en rijkdom tot aanzienlijke ambten, werd wegens Stad en Lande gecommiteerd ter vergadering van Hun Hoog Mogenden en was in 1648 een der Afgezanten van het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, op den vredehandel te Munster. Doch wordt gehouden voor een man van weinig bekwaamheid, en geschikt om zich steeds naar de meerderheid te voegen.

Hij stierf in 1666 en was gehuwd met Hille Clant.

Eene fraaije tombe is ter zijner gedachtenis, door zijnen zoon Johannes Clant, in het koor der kerk te Stedum opgerigt. Op die tombe of sarcophaag, ligt hij gekleed in eene tabbaard, alles kunstig bewerkt in wit marmer.

Zijne fiksche beeldtenis gaat in plaat uit, gegraveerd door Cornelis Galle Junior, naar Anselmus van Hulle, in folio; gelithographeerd door Christiaan Espagne te Munster in folio; gegraveerd door Pieter Holsteyn, in 4^o.; door Moncornet in 4^o. en nog eens zonder naam van den plaatsnijder mede in 4^o.

Zie Het Leven van Willem II, Prins van Oranje. bl. 178; Wagenaar Vaderl. Hist. D. XI. bl. 405 en 406; Tegenw. staat van Stad en Lande. D. II. bl. 347; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb; Scheltema, Staatk. Nederl.; Aardrijksk. Woordenb. der Nederll. D. X. bl. 689, uit medegedeelde berigten aangevuld.