[Jacob Claesz]
CLAESZ (Jacob), ook wel, naar zijne geboorteplaats Hpendam, Jacob Claesz van Ilpendam genoemd, was Bevelhebber van het schip Frederik Hendrik, en Vice-Admiraal op de vloot, die in 1598 onder Olivier van Noord, uitzeilde, om de Straat van Magelaan door te stevenen, en voorts over Indië huiswaarts te keeren, doch onder weg den Spaanschen handel en bezittingen, zoo veel mogelijk te benadeelen. Gedurende deze reis, zich aan overtreding der krijgstucht hebbende schuldig gemaakt, werd hij bij vonnis van den krijgsraad, veroordeeld, om in het woeste Patagonië te worden aan land gezet, om van honger te sterven, of van de wilden gegeten te worden, welk wreed vonnis aan hem werd ten uitvoer gebragt.
Zie Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Indiën. D, I. bl. 177 en 178; Moll, Verhand. over eenige vroegere zeetogten der Nederll. bl. 124; van Kampen, de Nederll. buiten Europa. D. I. bl. 95 en 96; Teenstra, Nederl. Overz. Bezitt. bl. 62.