Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Joos Claerbout]

CLAERBOUT (Joos), ook als Klaarbout voorkomende, een Zeeuwsch rederijker, geboren te Vlissingen, bloeide in de laatste helft der zeventiende eeuw en heeft, behalve eenige gedichten op bijzondere personen en gelegenheden, in het licht gezonden:

Bly-eyndig vertoogh of vreede-vreugt, tusschen Engelant en de Nederlanden. Vliss. Zinspel 1654, 4^o.

Droef-bly-eyndig vertoogh op 't beleg en overgaan van Middelburgh enz. Middelb. 1661, 4^o.

Kalf, klugtspel. Vliss. 1662, 4^o.

Oresto of verdrukte Onnozelheyt en de rampzalige Sibyna, treursp. Vliss. en Middelb. 1662, 4^o.

Liedt op den sin: Die Godt heeft tot syn hulp, niemant hem hinder doet.

Refereyn op den Regel: 't is werk van Godes geest, te roepen Abba Vader.

Zijne zinspreuk was Eer voor gout.

Zie de la Rue, Gelett. Zeel., bl. 198 en 199; Mr J.v.d. Marek Az., Naemrol der Nederd. Tooneelspelers, 1784; Catalogus of Register der Nederl. Tooneelspeeldichteren, bl. 33; Kok, Vaderl. Woordenb; de Chalmot, Biogr. Woordenb., Witsen Geysbeek, Biogr. Woordenb. der Nederd. Dicht.; Algem. Konst- en Letterb., 1846, D. I. bl. 356.