Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Cornelis Claasz]

CLAASZ (Cornelis) behaalde den 28^sten Augustus 1572 eenig voordeel op vier Spaansche assabres die uit Sluis waren gekomen, om de Zeeuwen te bestoken, waarvan er twee werden in het Zwin gejaagd; de derde verlaten zijnde, sprong door ingelegd verborgen vuur, in Vlissingen in de lucht, hetwelk vier menschen het leven kostte, en de vierde werd veroverd en alle gevangenen opgehangen. In het volgende jaar werd Claasz Vice-Admiraal van Vlissingen, en hielp den 29^sten Januarij 1574, onder den Admiraal Lodewijk van Boisot den zeeslag bij Romerswaal tegen de Antwerpsche vloot winnen, in welke de vijandelijke Admiraal Adolf van Haamstede met zijne beste roerende goederen en zilverwerk, nevens meer andere schepen den onzen in handen viel. In hetzelfde jaar was hij Vice-Admiraal op de Zeeuwsche vloot, die het door de Spanjaarden belegerde Leiden kwam ontzetten, en streed naast Boisot bij de Zoetermeersche brug.

Hij was een der eerste Bevelhebbers op de vloot van den Admiraal Pieter van den Does, die den 28^sten Mei 1599 uit Zeeland in zee stak, op de kust van Afrika de Spaansche ei-

[p. 377]

landen Canarien, Gomera en St. Thomas plunderde en eenen rijken buit thuis bragt, maar door eene verwoestende krankheid eene menigte van Bevelhebbers en onder deze den Admiraal zelven verloor.

Zie van Meteren, Nederl. Histt. D. II. bl. 253, 265; de la Rue-Heldh. Zeel., bl. 143; 's Gravezande, Tweede Eeuwged. der Mid, delb. Vrijh. bl. 265, 320, 393; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Swalue, de Daden der Zeeuwen, bl. 44; de Jonge, Ned. Zeew., D. I. bl. 177, 468; Arend, Algem Gesch. des Vaderl., D. II. St. V. bl. 220, 389 en 392, die hem ter beide laatstgemelde plaatsen Kornelis Nicolaaszoon noemt.